Bouwgenoot sinds 1947. Het is een slagzin die niet alleen de expertise van het Dethier reflecteert, maar ook doet vermoeden dat het bedrijf in al die jaren sterk geëvolueerd is. En dus hoeft het niet te verbazen dat het familiebedrijf in zijn hoofdzetel, nadat er meermaals was bijgebouwd, behoorlijk uit zijn voegen barstte. De oplossing? Die werd, zoals dat in hechte familiebedrijven gaat, in eigen huis gevonden. Letterlijk zelfs. Een project dat in goede banen werd geleid door de jongste generatie, Vicky en Kevin Dethier, én uiteraard een sterk bouwteam.
Evident was het niet, die zoektocht naar een oplossing die tegemoet zou komen aan de groeinoden van het bedrijf. Vicky Dethier: “Hoewel het aanvankelijk de bedoeling was om ons bestaande kantoor nog eens uit te breiden, hebben we dat plan uiteindelijk laten varen. De mogelijkheden waren te beperkt op lange termijn, bovendien is bouwen onze corebusiness. Het kriebelde ook wel om na 30 jaar in dat gebouw, zélf onze eigen uitvalsbasis te bouwen. Vereiste was wel om dat binnen de regio te doen. Maar een geschikte locatie bleef uit. Tot we het dichter bij huis gingen zoeken. Letterlijk zelfs, want op het perceel naast ons gebouw stond onze ouderlijke woning. Die hebben we afgebroken om een nieuwe thuis voor onze medewerkers te bouwen.”
In zijn rijke geschiedenis heeft Dethier uiteraard met heel wat bouwpartners samengewerkt. Je kunt je dus voorstellen dat het niet evident was om er één architect uit te kiezen. “Daarom besloten we om een ontwerpwedstrijd te organiseren”, aldus Vicky. “Architecten kregen uiteraard niet zomaar carte blanche. Ze gingen aan de slag met een uitgebreid plan van eisen dat we samen met een externe partner hadden uitgewerkt. Dat plan ging niet alleen over groottes en aantallen, maar ook over onze manier van samenwerken, met veel aandacht voor interactie tussen de teams, de digitalisering van onze jobs en de bevordering van innovatie. Hoewel we die visie in precoronatijden hebben uitgeschreven, blijft het concept vandaag nog steeds overeind. We wilden een plan dat generatie- en futureproof was, een plek waar onze mensen zich thuis voelen.”
Die boodschap had het architectenteam van Grosemans Heylen Architecten goed begrepen. “Het eerste voorstel was écht helemaal raak en is vrijwel ongewijzigd gebleven tijdens het verdere traject”, aldus Vicky. Architecte Karolien Grosemans: “We hebben het ontwerp ook echt toegespitst op het bedrijf dat we door eerdere samenwerkingen hebben leren kennen als een warm familiebedrijf dat veel aandacht heeft voor het welzijn van zijn mensen en steeds streeft naar een hoge kwaliteit. Dat hebben we vertaald naar het gebouw, dat de sfeer van een grote villa uitstraalt en geïnspireerd is op de Braziliaanse betonarchitectuur.”
“De omgeving van een industrieterrein is vaak weinig inspirerend”, gaat Karolien verder. “Dat hebben we gecounterd in het ontwerp. Vandaag is er nog niet zo veel groen te zien, maar dat moet je nog even de tijd geven. We hebben in- en uitsprongen en patio’s voorzien die het aangelegde groen naar binnen halen. Waar je ook zit. Dat zorgt voor een enorm rustgevend gevoel en bevordert het welzijn van wie hier werkt. Dat groene aspect hebben we trouwens binnen laten terugkomen, waar heel veel planten voorzien zijn. Bovendien zijn de werkplekken erg ruim. Wist je trouwens dat er ook een sportruimte is?”
Het gebruik van notelaarhout in contrast met het beton, de zachte schakeringen, en het lichtspel dat gecreëerd wordt door de claustra zorgen daarnaast voor een warme, huiselijke sfeer. En dat alles in hoogkwalitatieve materialen.
Hoeft het gezegd dat een bouwbedrijf dat voor zichzelf aan de slag gaat, misschien niet dé gemakkelijkste bouwheer is? “Dat klopt helemaal”, bevestigt Vicky. “Ons eigen kantoorgebouw is natuurlijk het ultieme visitekaartje. We hebben de lat dus op alle vlakken hoog gelegd, ook al was het ontwerp zeker niet het gemakkelijkste. Van de kwaliteit van de materialen tot en met het kleinste millimetertje. We hebben werkelijk niets aan het toeval overgelaten. Dat is heus niet altijd gemakkelijk geweest voor onze projectleider en achterneef Dries Dethier en de rest van het team. Ze werkten letterlijk met de blikken van 30-40 nieuwsgierige collega’s die over hun schouder meekeken. Dat heb je nu eenmaal als je op een aanpalend perceel bouwt (lacht). Toch was de sfeer er eentje van gelijkgestemden: iedereen streefde samen naar de perfectie die we voor ogen hadden.”
Het huzarenstukje? Dat is ongetwijfeld de architecturale spiltrap die je vanuit de centrale inkomhal ziet en bij bezoekers de nodige bewonderende reacties uitlokt. “Maar ik denk dat de trap niet alleen ons de nodige nachtmerries heeft bezorgd”, aldus Vicky. “Dit moest écht een eyecatcher worden in de inkomhal. Naadloos uitgevoerd uiteraard. Geen evidentie, maar het is helemaal gelukt, dankzij een grondige voorbereiding.” Karolien: “Vanuit de inkomhal heb je trouwens ook een goed zicht op het eet- en werkcafé van het bedrijf, het hart van het gebouw. De ruimte heeft niets weg van een traditionele bedrijfskantine, maar is echt een gezellige plek geworden die meer weg heeft van een restaurant.”
“Tot groot plezier van onze werknemers, die al allerlei plannen smeden om het WK voetbal hier op groot scherm te volgen”, vult Vicky aan. “Terwijl dit een levendige plek is, zoeken we in de kantoren de rust op met serene werkplekken, prachtig uitgeruste vergaderzalen en informelere, sfeervolle vergaderhoekjes. Maar kijk maar eens rond: wie ons bedrijf een beetje kent, voelt dat dit helemaal is wie wij zijn. En dat we minstens klaar zijn voor de volgende 30 jaar. Wij kijken in elk geval terug op een succesvolle samenwerking met architect, ons team, onderaannemers en leveranciers. Samen hebben we niet alleen een architecturaal, maar ook technisch hoogstandje geleverd. En daar zijn we trots op.”