Vlaams minister Jo Brouns (cd&v) en Limburgs gedeputeerde voor Economie Tom Vandeput (cd&v) ondertekenden onlangs een manifest voor de circulaire transitie van de Limburgse bouwsector. Zo’n 40 bedrijven en organisaties engageren zich hierbij om circulair bouwen hoger op de agenda te zetten. Maar is dit voldoende?
Jo Brouns: “Laat mij maar meteen met de deur in huis vallen. De Vlaamse overheid wil haar voetafdruk tegen 2030 met 30 procent verminderen door in te zetten op circulaire economie. Wet- en regelgeving op dit vlak is in de maak. De bouw als groot-verbruiker van grondstoffen en energie en veroorzaker van een enorme berg afval heeft dus geen keuze. Het roer moet om. Niet enkel voor de architecten, maar ook voor alle aannemers, makelaars, afbraakfirma’s en ga zo maar door. Circulaire economie gaat over meer dan recycleren, het gaat over afval hergebruiken als grondstof, zodat het ook een onderdeel kan zijn van de strategische autonomie van Europa. Het is het fundamenteel herdenken van producten en systemen: slim design, levensloop-verlenging, herbruikbaarheid, demonteerbaarheid voor herstel en vervanging, product-dienstcombinaties invoeren, andere consumptiemodellen ondersteunen gebaseerd op gedeeld gebruik. Dat is dus een hele boterham. We gaan onze tijd tot 2030 goed kunnen gebruiken.”
Tom Vandeput: “Kijk, Limburg kent traditiegetrouw een sterke bouwsector. Met meer dan 7 miljard jaarlijkse omzet is de bouw, goed voor 13 procent van de totale omzet in onze provincie. Tegelijkertijd kent de sector stevige uitdagingen, zoals de reductie van CO2-uitstoot en het nijpende tekort aan arbeidskrachten en grondstoffen. Om toekomstproof te zijn, zal de hele bouwketen moeten evolueren van lineair naar circulair. Dat betekent dat we anders moeten gaan denken, in waardebehoud in plaats van in waardeverlies, en dat vraagt veel meer samenwerking binnen de sector. Alleen door meer samen te werken kunnen nieuwe
businessmodellen ontstaan en innovatieve bouwtechnieken hun weg vinden. Bedrijfsleiders, privé- en publieke opdrachtgevers moeten nú investeren in circulaire oplossingen en voorbeelden durven stellen. Daarom ook is het manifest zo’n belangrijke stap.”
De Limburgse architecte Els Leyssens, een frontrunner op het gebied van circulair bouwen, zegt in het POM Limburg-magazine dat alles nog te vaak blijft hangen in een gelikt verkoopspraatje. Een modewoord. In realiteit wint de euro het van de CO2-uitstoot “Wanneer we tegen een aannemer zeggen dat hij beter hoge kamers bouwt opdat er zo nog een tweede leven aan het gebouw kan worden gegeven, moet die nog te vaak zuchten: ‘Kost te veel, liever kleine kamers met minder stenen’.”
Jo Brouns: “Het mag inderdaad niet alleen bij woorden blijven. Daarom dat, op initiatief van POM Limburg en Embuild Limburg, zo’n 40 bedrijven en organisaties officieel het ‘Manifest Circulair Bouwen Limburg’ ondertekenden. Samen met de Vlaamse overheid engageren ze zich om de transitie naar circulair bouwen in te zetten.”
Tom Vandeput: “De bouwsector is van groot belang voor de Limburgse economie. Onze provincie telt in verhouding meer omzet, werkgevers en werknemers in de bouw dan eender welke andere Vlaamse provincie. Met de materiaalschaarste en CO2-problematiek in het achterhoofd moeten we op korte termijn de switch naar circulariteit maken. Alleen door de kar van innovatie te blijven trekken, kan onze bouwsector competitief blijven. POM Limburg en Embuild Limburg bundelen de krach-ten met het initiatief ‘Boost Bouw Limburg’ om die innovatie te stimuleren. De focus ligt daarbij specifiek op digitaal en circulair bouwen. Het manifest, ontwikkeld in samenwerking met zo’n 40 partners, waaronder bouwbedrijven, kennisinstellingen en overheidsinstanties, is een concrete stap in de juiste richting. Onder meer Vandersanden, Bioterra en Gijbels verleenden hun medewerking. Op basis van die feedback werden zowel obstakels als kansen in kaart gebracht.”
Jo Brouns: “Het manifest biedt houvast aan aannemers en andere bouwactoren. Het helpt om het containerbegrip ‘circulair bouwen’ concreter te maken, zodat de sector ermee aan de slag kan. Circulair bouwen wordt behapbaar gemaakt door het op te delen in verschillende aspecten zoals materiaal, circulair design, energie, milieu-impact en management. We reiken een aantal tools aan waar de sector concreet mee aan de slag kan gaan. Zo wordt circulariteit niet alleen een doel op zich, maar ook een middel om bouwprojecten te realiseren. We staan voor een enorme renovatiegolf om onze huizen minder afhankelijk te maken van fossiel gas. Tegelijkertijd zijn de prijzen voor de grondstoffen nog nooit zo hoog geweest. Daarom is het nu het moment om de kaart te trekken van de circulaire economie door meer afval en reststromen te gaan hergebruiken. Zo creëren we nieuwe producten door bijvoorbeeld houtoverschotten om te zetten in nieuwe planken voor de bouwsector. Met het manifest zetten we Limburg op de kaart als inspiratie voor heel Vlaanderen.”
Maar kan je een concrete datum plakken op dat ‘concreter maken’? Want het zal niet bij die 40 bedrijven blijven.
Tom Vandeput: “Een aantal bouwactoren is ook al concreet aan de slag gegaan binnen hun eigen organisatie. Bouwbedrijf Tectum Group ontwikkelde bijvoorbeeld een volledig losmaakbaar dak om onderdelen makkelijk te recupereren, maar er zijn nog meer bouwaannemers betrokken bij opdrachten met circulaire ambities. Op twee jaar tijd hebben we zeker een beweging kunnen inzetten. Het zal nu zaak zijn om minstens dit tempo aan te houden en de meerderheid van de bouwsector te overtuigen om ook deze weg in te slaan.”
Jo Brouns: “Met de Vlaamse Werkagenda Circulair Bouwen ambieert de Vlaamse overheid een volledig circulaire bouweconomie tegen 2050. Onder meer met nieuwe businessmodellen en een aangepaste fiscaliteit wil de regering circulair bouwen aanmoedigen.” Tom Vandeput: “De ondertekening van het manifest is een be- langrijke stap om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Let wel, Limburg is de eerste provincie die een officiële engagementsverklaring op tafel kan leggen. We willen dan ook een voorbeeldrol spelen in Vlaanderen, met dit manifest, maar ook op onze nieuwe Bouwcampus in Diepenbeek. Ook daar zetten we maximaal in op circulariteit, duurzaamheid en digitalisering. Bij de bouw van de campus zelf, maar ook in de invulling. De Bouwcampus wordt een ontmoetingsplaats voor alle bouwactoren, van student tot start-up en mature industrie. Een ideale voedingsbodem dus voor innovaties in de bouwsector.”
In 2050 kan de wereld zijn vergaan. Wat doen jullie vandaag nog?
Jo Brouns: “Eind oktober stak ik mijn schop in de Genkse grond om er een gloednieuw onderzoeksgebouw voor klimaatneutraal bouwen neer te zetten. ConstrucThor – zoals het project heet – zal toelaten om nieuwe bouwmaterialen of bouw- en renovatiemethoden uitvoerig te onderzoeken. De ambitie is om verschillende disciplines en technieken rond onder meer energie, waterbeheer en binnenluchtkwaliteit in interactie met elkaar te testen en te optimaliseren. Door middel van innovatie hopen de onderzoekers zo financieel interessante bouw- en renovatie-oplossingen versneld op de markt te brengen en een impuls te geven aan die bewuste ambities om tegen 2050 tot een klimaat-neutraal Vlaanderen te komen. Het gebouw zal in totaal 10,6 miljoen euro kosten, waarvan de Vlaamse regering 8 miljoen euro investeert via het investeringsplan Vlaamse Veerkracht. KU Leuven investeert de resterende 2,6 miljoen euro.” Tom Vandeput: “We staan voor een enorme uitdaging. Tegen 2030 wil de Europese Unie de uitstoot van CO2 met 55 procent verminderen en tegen 2050 moet Europa klimaatneutraal zijn. Dit heeft als gevolg dat in minder dan 30 jaar alle gebouwen volledig klimaatneutraal moeten worden. Een ambitieus plan, zeker voor Vlaanderen, waarvan het gebouwenbestand tot het oudste en meest energieverslindende van Europa behoort. En binnen deze ambitie wil Limburg ook nog eens de frontrunner zijn. Om het in een slagzin samen te vatten: ‘De bouw in Limburg zal circulair zijn, of zal niet zijn’.”